chapter-bullet-o chapter-bullet-ob chapter-bullet chapter-bullet-b archive-arrow-down chapter-arrow content-link content-pic email facebook filter-arrow-down filter-arrow-up hamburger link listitem-arrow more-arrow-right print reveal-arrow-left reveal-arrow-right reveal-times search-arrow search times-filter twitter instagram view-grid view-list

The Dupes (Tewfik Saleh, 1972)

The Dupes (1972)

Een Syrisch-Egyptisch-Palestijns meesterwerk

Art is a criticism of society and life, and I believe that if life became perfect, art would be meaningless and cease to exist.

Naguib Mahfouz

Binnen de Arabische cinema ken ik toch vooral Egyptische, Syrische, Libanese, Tunesische, … films die op de prestigieuze Europese filmfestivals (Cannes, Venetië, Berlijn en Locarno) geprezen zijn of met een Oscar werden genomineerd of bekroond. Zo heb ik in de loop van mijn onderwijsjaren films als Cairo Station (1958) en Destiny (1997) van de Egyptische regisseur Youssef Chahine (1926-2008) ontdekt en via deze maker dan weer films van Salah Abu Seif (1915-1996) zoals The Beginning and the End (1960).

Dankzij het cinefiel filmfestival Il Cinema Ritrovato 2023 in Bologna en de bijzondere programmareeks ‘cinemalibero’ gecureerd door Cecilia Cenciarelli van de Cineteca di Bologna heb ik de Egyptische cineast Tewfik Saleh (1926-2013) en diens indrukwekkend meesterwerk The Dupes (Al-Makhdūʿūn, 1972) leren kennen. Die beklijvende film werd eigenlijk pas dit jaar 2023 uit de vergetelheid gehaald en digitaal gerestaureerd dankzij het World Cinema Project van The Film Foundation. In 1972 won The Dupes de Tanit d’Or of hoofdprijs op het Filmfestival van Carthago en in 1973 was de film genomineerd voor de Gouden Prijs op het Internationaal Filmfestival van Moskou. Bij nader opzoekwerk blijkt de film ook gepresenteerd te zijn op het festival van Locarno (1973) en de Quinzaine des réalisateurs in Cannes (1972).

Tewfik Saleh

Tewfik Saleh was een leeftijds- en landgenoot van Chahine. Ze werden allebei geboren in Alexandrië en stierven in Caïro. Chahine heeft maar liefst 46 korte en lange films geregisseerd en is ongetwijfeld de meest gevierde Egyptische cineast in de wijde filmwereld. Saleh daarentegen heeft tussen 1955 en 1980 amper zeven langspeelfilms kunnen draaien. Voor bijna al zijn filmprojecten had hij af te rekenen met censuur en boycot in Egypte en andere Arabische landen alsook met een povere publieksopkomst. Na gewerkt te hebben als assistent-regisseur en een studieverblijf in Parijs keerde Saleh in 1953 terug naar Caïro. Daar bloeide een levenslange vriendschap met de Egyptische schrijver Naguib Mahfoez (1911-2006), tot op heden de enige Arabische schrijver die de Nobelprijs voor Literatuur won (in 1988) en de wegbereider van de moderne Arabische roman. Mahfoez’ uiteenlopend oeuvre met zin voor stijlexperimenten getuigt van naturalistische beschrijvingen van eenvoudige mensen en historische plekken, existentialistische, humoristische beschouwingen en kritiek op sociale, politieke en religieuze mistoestanden tijdens de monarchie van de Egyptische koningen Foead en Faroek en nadien ook tijdens de republiek van president Nasser en diens opvolgers. Mafhoez en Saleh schreven samen Salehs eerste speelfilm, Fools’ Alley (1955). Zowel Mafhoez’ historische (over het faraonische Egypte) als eigentijdse romans (sociale en psychologische literatuur) zijn regelmatig bewerkt voor film en televisie en Mahfoez was zelf ook zeer actief als scenarist. Zijn befaamde mozaïekromans ‘De Caïro trilogie’ over drie generaties van een koopmansfamilie en talloze, diverse personages uit Caïro vertelt de overgang van Egypte van een diepreligieus naar een kosmopolitisch land in de periode 1917 tot 1950. Een mooi citaat van Mahfoez over mensen en literaire personages luidt: “You can tell whether a man is clever by his answers. You can tell whether a man is wise by his questions.”

Zowel Chahine, Abu Seif als Saleh delen in hun filmwerk de kritische aandacht voor sociaal onrecht en menselijk lijden in Egypte. Ze wekken bij het publiek grote empathie op voor minderbedeelden zoals de fellah (boer) in het moerassige land of het lompenproletariaat in de armoedige buurten van Alexandrië en Caïro. Het zijn alle drie humanistische filmmakers. Saleh is echter de enige die kan beschouwd worden als een compromisloze en authentieke ‘Third World’ filmmaker. De Tunesische filmmaker Tahar Cheriaa omschrijft het verschil tussen enerzijds Chahine en Abu Seif en anderzijds Saleh als volgt: “But these directors (Chahine, Abu Seif, …), almost all of whom belong to the middle class, still lack the lucidity and commitment that come from a true social and political consciousness… This is where Saleh stands out: he is, like Sembène, a true Marxist filmmaker for whom making a film is a true political act.”

The Dupes (Tewfik Saleh, 1972)

The Dupes

Saleh ging graag aan slag met politiek subversieve literatuur. Zowel The Rebels (1967) naar een verhaal van Salah Hafez als Diary of a Country Prosecutor (1968) naar een verhaal van Tawfiq Hakim stuitten op verzet en werden gezien als te controversiële films in Egypte. Omdat Saleh zwaar af te rekenen had met censuur tijdens het bewind van de autoritaire panarabist Gamal Abdel Nasser, vluchtte hij naar Syrië waar hij naderhand ook geconfronteerd werd met eenzelfde censuur en corruptie onder het tirannieke regime van Hafiz al-Assad.

De zoekende kunstenaar en intellectueel die Tefwik Saleh zijn leven lang was, vond dankzij The Syrian General Organization toch financiële middelen en locaties in Syrië voor The Dupes. Die magistrale film is een trouwe bewerking van de verzetsroman Men in the Sun (1963) van de Palestijnse schrijver en activist Ghassan Kanafani (1936-1972). Het Syrische-Egyptische-Palestijnse The Dupes zou een panarabische film kunnen zijn, ware het niet dat de film (net als het boek) de illusie van de panarabische macht en dito solidariteit pijnlijk doorprikt. Kanafani werd in Beiroet vermoord door de Mossad nadat eerder dat jaar The Dupes in première was gegaan in Syrië. Kanafani heeft de verfilming van zijn boek nog kunnen zien. Saleh smokkelde immers zelf de film van Damascus naar Beiroet. Kanafani was een marxist pur sang, die de gruwel van het imperialisme in de wereld vertelt in een (on)menselijk verhaal waarin drie Palestijnen een beter leven zoeken onder de verzengende woestijnzon.

De roman en de film zijn suspense-thrillers van formaat. We volgen drie Palestijnse vluchtelingen van drie verschillende generaties die hun miserabele situaties in Irak willen achterlaten om in Koeweit hopelijk geld te verdienen in de florerende olie-industrie. De drie Palestijnen worden meegesmokkeld in een vrachtwagen met watertank. De spannende en riskante trip op leven en dood in het tweede deel van The Dupes doet denken aan de levensgevaarlijke vrachtwagenkoers in Henri-Georges Clouzots Le Salaire de la peur (1953).

Vooraleer het spannende vluchtverhaal zich langzaam en vervolgens snel en strak geritmeerd voltrekt, besteden roman en film veel aandacht aan de voorstelling van de personages.  Elkeen heeft zo zijn uiteenlopende redenen om meer welzijn en welvaart te zoeken in het olierijke Koeweit van eind jaren vijftig, begin jaren zestig.

The Dupes (Tewfik Saleh, 1972)

Karakterstudies

De oudste man is Abu Qais. Hij had een huis en een grond in Palestina. Maar door de oorlogen voor en na de stichting van de staat Israël (14 mei 1948) is hij als een van de 750.000 Palestijnen verdreven uit zijn land. De Nakba was een collectieve en persoonlijke ramp voor deze Palestijnse veteraan. Een nachtmerrie die hij herbeleeft in becommentarieerde flash-backs. In een monologue intérieur idealiseert hij een paradijs van olijfbomen voor de bezetting van zijn land door de zionisten. Abu Qais wordt onder druk gezet door z’n jongere broer en zijn vrouw om werk te vinden in Koeweit en in te staan voor een beter leven voor zijn kinderen. De Nakba (1948) of catastrofe voor de Palestijnen vormt het vertrekpunt en de luide politieke schreeuw van zowel het boek als de film.

De tweede Palestijn op de vlucht is Assad, een generatie jonger dan Abu Qais. Hij heeft vermoedelijk de Nakba en de onmacht als kind meegemaakt, net zoals de schrijver Kanafani zelf. Assad is zich terdege bewust van het grote, historische en actuele onrecht van de Palestijnen en hij geeft openlijk blijk van een sterke politieke wil en strijdlust. Hij zou moeten trouwen met zijn nicht, maar heeft daar geen zin in. Hij wordt gevolgd door de autoriteiten omwille van zijn politieke activiteiten en wil zich uit de voeten maken naar Koeweit. Hij onderhandelt met de chauffeur van de watertruck om de prijs van de vlucht te drukken. In een flashback zien we hoe Assad al eens eerder werd bedrogen bij een vlucht van Jordanië naar Irak. Hij kwam met de schrik vrij.

De jongste Palestijn Marwan vertegenwoordigt de generatie geboren in een vluchtelingenkamp na 1948. Marwans vader heeft zijn moeder verlaten. Zijn broer werkt in Koeweit en wil niet langer instaan voor zijn familie. Marwan op zijn beurt wil zorgdragen voor zijn eenzame moeder. Hoewel hij arts wil worden, stopt hij met school en besluit in Koeweit geld te verdienen. Geld dat hij dan kan opsturen naar zijn moeder.

De overgang van de karakterstudie in deel 1 naar de spannende trip van Basra naar Koeweit in deel 2 gebeurt via een vierde personage. De smokkelende chauffeur, eveneens een Palestijn, is Abu Khaizuran. Hij pocht over zijn rijvaardigheid, goede reputatie en solide vrachtwagen. Met manipulatie overtuigt hij de drie Palestijnse vluchtelingen dat ze veilig en wel zullen aankomen in Koeweit. De smokkelaar is totaal ontgoocheld in de Palestijnse zaak en is alleen nog uit op makkelijk geldgewin. De opportunistische Abu Khaizuran gebruikt zijn eigen onmacht om ijdele controle uit te oefenen op de drie aan hem overgeleverde Palestijnen. Hij staat symbool voor de onmacht en ook het verraad van Arabische leiders ten aanzien van de staatloze Palestijnen.

Roman en film

De film van Saleh is een getrouwe verfilming van de roman. Er is de tweedeling met de gedetailleerde karakterstudie van de vier personages en de ijzingwekkende trip door het no man’s land van de Iraakse/Syrische woestijn. De literaire en filmische vertelling zijn allebei ook expliciete sociale en politieke aanklachten. Toch zijn er een paar wezenlijke verschillen tussen boek en film. Zo krijgt het eerder fatalistische einde van de roman in de verfilming een meer opstandige invulling.

Het boek is gepubliceerd in 1963. Schrijver Kanafani was als jonge Palestijnse vluchteling getuige van de 750.000 Palestijnen die tussen 1947 en 1949 werden verdreven uit hun huizen en die zich moesten vestigen in omringende Arabische landen zoals Jordanië (Westelijke Jordaanoever), Egypte (Gaza), Syrië, Libanon waar ze gedoemd waren tweederangsburgers te zijn en te blijven.

Tussen de publicatie van het boek en de film van Saleh in 1972 werd onder meer de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie voor de oprichting van een Palestijnse staat) van Yasser Arafat opgericht en vond ook de Zesdaagse oorlog plaats (1967) waarbij Israël de verenigde Arabische legers versloeg en de bezetting begon van de Sinaï woestijn, de Golanhoogten, Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Anno 1972 wilden de Palestijnen en hun leiders niet meer lijdzaam en hopeloos toekijken, maar ze verzetten zich met geweld om een eigen staat te stichten. Tijdens de innerlijke beschouwing van de oudste Palestijn Abu Qais die zich bekocht en verraden voelt, zien we een montage van archiefbeelden die een kijk geven op de recente Palestijnse geschiedenis. De beelden met een treurige voice-over commentaar tonen ontheemde Palestijnen en ook politieke leiders binnen en buiten de vergaderingen van de Verenigde Naties. We zien beelden van Westerse politici en van koning Faroek I van Egypte, van Ibn Saoed, de stichter en koning van Saoedi-Arabië, van Hashemitische monarchen, … In de vertelling bij de beelden worden de holle en loze woorden gehekeld van de Westerse leiders alsook het verraad van de Arabische leiders en de bezetting door de duivelse zionisten.

The Dupes was vooral bedoeld voor een Arabisch publiek. De onverholen kritiek op het verraad van Arabische leiders kwam de film op heel wat censuur te staan in de meeste Arabische landen. Hoewel Saleh geen Palestijnse activist was zoals schrijver Kanafani, was hij de Palestijnse strijd toch genegen. Salehs moeder was Palestijns. Na The Dupes regisseerde hij nog een laatste lange film, The Long Nights (1980). De film betekende het einde van zijn filmloopbaan, hij doceerde nog film in Irak en keerde ontgoocheld terug naar Egypte. In al zijn films introduceert Saleh personages die liefde en leven verliezen en toont hij menselijke en politieke problemen zonder oplossing. Z’n filmmotto was dan ook “art isn’t the answer, it’s a question”.

ActualiteitLees meer over de band tussen deze film en de actualiteit in het opiniestuk dat Wouter Hessels schreef voor Apache.

The Dupes is na zijn première op diverse filmfestivals gestuit op censuur in Arabische landen. Een Libanese collega filmhistoricus uit Beiroet heeft de film nooit gezien. Lange tijd was er een filmversie in omloop in slechte staat van zowel beeld als geluid. Pas in 2023 is er een digitale restauratie gerealiseerd op basis van een kopie uit het Nationaal Bulgaars Filmarchief en in samenwerking met de Syrische National Film Organization en de familie van Tewfik Saleh.

De gerestaureerde film The Dupes heeft sinds oktober 2023 helaas een urgente en tragische relevantie gekregen. De film laat zien hoe de gewone Palestijnen gisteren en vandaag nog steeds in de steek zijn en worden gelaten door hun eigen en andere dictatoriale Arabische leiders, door het wegkijkende Westen en door een fanatieker en gewelddadiger geworden Israëlische regering die internationaal recht en oorlogsrecht aan zijn laars lapt.

Bronnen

  • Viola Shank, Arab Cinema : History and Cultural Identity , New York, The American University in Cairo Press, 1998.
  • Cineteca di Bologna (catalogue), Il Cinema Ritrovato XXXVII edizione, Bologna, 2023.
  • Brigitte Herremans, Ludo Abicht, Israël & Palestina: de kaarten op tafel, Kalmthout, Pelckmans, 2016.
  • Dries Lesage, ‘Het internationaal recht is blijkbaar een vodje papier’ in De Standaard, 15 november 2023, p. 27.