chapter-bullet-o chapter-bullet-ob chapter-bullet chapter-bullet-b archive-arrow-down chapter-arrow content-link content-pic email facebook filter-arrow-down filter-arrow-up hamburger link listitem-arrow more-arrow-right print reveal-arrow-left reveal-arrow-right reveal-times search-arrow search times-filter twitter instagram view-grid view-list
Search

Classics Restored Festival 2022


4 > 13 maart

KASKcinema: 4 > 6 maart
De Cinema: 11 > 13 maart
BUDA: 12 > 13 maart

Contact CineaGet tickets

Accattone (Pier Paolo Pasolini, 1961)

Het Classics Restored Festival brengt grootse films terug op het grote scherm, waar ze thuishoren. Ontdek de rijkdom van de filmgeschiedenis aan de hand van de beste recente digitale restauraties, vertoond zoals het hoort.

Begin maart stellen KASKcinema (Gent), kunstencentrum BUDA (Kortrijk) en De Cinema (Antwerpen) een resem recent gerestaureerde filmklassiekers voor. Door steeds beter wordende technieken en digitaal uitgeruste cinema’s wordt het ook buiten de muren van het filmarchief mogelijk parels uit de verre en recente filmgeschiedenis te (her)ontdekken, in de setting waar de films voor gemaakt zijn: op groot scherm geprojecteerd, in een volle, verduisterde cinema.

Dit jaar kozen Courtisane filmfestival, experimentele cinema OFFoff, Cine Rio, filmclub Kinoautomat en de horrorliefhebbers van Kuru elk een film in samenspraak met Cinea.

Programmaschema

Treck Hostel Gent

Donderdag 3 maart

  • 20u30 Putney Swope (Robert Downey Sr, 1969) 84′
    inleiding: Tim Maerschand (Cine Rio / Kuru) / i.s.m. Cine Rio

KASKcinema

Vrijdag 4 maart

  • 20u30 Accattone (Pier Paolo Pasolini, 1961) 120′
    inleiding: Guy Borlée (Cineteca di Bologna)

Zaterdag 5 maart

  • 11u30 Heaven Can Wait (Ernst Lubitsch, 1943) 112′
    inleiding: Roel Vande Winkel
  • 14u00 The Moon Has Risen  (Kinuyo Tanaka, 1955) 102′
    inleiding: Tim Deschaumes (Avansa)
  • 16u15 À bout de souffle (Jean-Luc Godard, 1960) 90′
    inleiding: Lieselore Remans
  • 18u45 Women in Love (Ken Russell, 1969) 132′
    inleiding: Charlotte Durnajkin / i.s.m. Kinoautomat
  • 21u30 Eaten Alive (Tobe Hooper, 1976) 91′
    inleiding: Tim Maerschand (Cine Rio / Kuru) / i.s.m. Kuru

Zondag 6 maart

  • 11u00 Twee ambachten, (meer dan) dertien (grappige) ongelukken (8+) — The Pawnshop (Charles Chaplin, 1916) 24’ & The Electric House (Buster Keaton & Eddie Cline, 1922) 23’ / Stille films met live muzikale begeleiding door Bart Maris en studenten van het School of Arts Gent Conservatorium. / met ontbijt om 10u
    inleiding: Bart Versteirt / i.s.m. CINEMATEK
  • 14u00 Gāv (The Cow) (Dariush Mehrjui, 1969) 104′
    inleiding: Lennart Soberon (KASKcinema)
  • 16u15 Le Cercle rouge (Jean-Pierre Melville, 1970) 140′
    inleiding: Gertjan Willems (UGent) / i.s.m. Film-Plateau
  • 19u00 Radio On (Christopher Petit, 1979) 104′
    inleiding: Ruben Demasure (OFFoff) / i.s.m. OFFoff
  • 21u15 Queen of Diamonds (Nina Menkes, 1991) 87′
    inleiding: Pieter-Paul Mortier (Courtisane) / i.s.m. Courtisane

De Cinema

Vrijdag 11 maart

  • 20u15 Women in Love (Ken Russell, 1969) 132′ / i.s.m. Kinoautomat
    inleiding: Bart Versteirt (Cinea / Fantômas)

Zaterdag 12 maart

  • 14u15 Heaven Can Wait (Ernst Lubitsch, 1943) 112′
    inleiding door Tim Maerschand (Cine Rio / Kuru)
  • 17u15 The Moon Has Risen  (Kinuyo Tanaka, 1955) 102′
    inleiding: Tim Deschaumes (Avansa)
  • 20u15 The Producers (Mel Brooks, 1967) 88′
    inleiding: Bjorn Gabriels (Fantômas)

Zondag 13 maart

  • 17u15 Le Cercle rouge (Jean-Pierre Melville, 1970) 140′
    inleiding: Bjorn Gabriels (Fantômas)
  • 20u15 Queen of Diamonds (Nina Menkes, 1991) 87′ / i.s.m. Courtisane
    inleiding: Bjorn Gabriels (Fantômas)

Kunstencentrum BUDA

Zaterdag 12 maart

  • 18u30 Queen of Diamonds (Nina Menkes, 1991) 87’/ i.s.m. Courtisane
  • 20u00 The Producers (Mel Brooks, 1967) 88′
  • 21u45 Radio On (Christopher Petit, 1979) 104′ / i.s.m. OFFoff

inleidingen op scherm door Sven Hollebeke (filmcriticus)

Zondag 13 maart

  • 10u00 Heaven Can Wait (Ernst Lubitsch, 1943) 112′
  • 13u45 Accattone (Pier Paolo Pasolini, 1961) 120′
  • 16u00 Le Cercle rouge (Jean-Pierre Melville, 1970) 140′
  • 18u30 The Moon Has Risen  (Kinuyo Tanaka, 1955) 102′
  • 20u30 À bout de souffle (Jean-Luc Godard, 1960) 90′

inleidingen (live) door Sven Hollebeke (filmcriticus)

Films

Twee ambachten, (meer dan)
dertien (grappige) ongelukken (8+)

  • The Pawnshop (Charles Chaplin, USA, 1916, 24’)
  • The Electric House (Buster Keaton & Eddie Cline, USA, 1922, 23’)

Voor de grootmeesters van de slapstick is werk steeds een dankbaar onderwerp geweest. Zowel Charlie Chaplin als Buster Keaton situeerden een aantal van hun korte films in een zogezegd professionele omgeving, die ze dan vakkundig op de kop zetten.

The Pawnshop (Charles Chaplin, 1916)

In een klein pandjeshuis zet Chaplin als verveelde werknemer de levenloze voorwerpen naar zijn hand. Een evenwichtsact op een trap, een zelfgemaakte donut die verandert in een oefengewicht en vervolgens in een muziekinstrument, een koorddansnummer op de vloer, een diefstal op het ritme van een ballet en de ultieme grandioze gag van de “zieke” wekker: Chaplin maakt het gewoonweg onmogelijk om onze ogen van het scherm te halen gedurende de hele film.

The Electric House (Buster Keaton & Eddie Cline, 1922)

Keaton krijgt op zijn beurt per ongeluk – eigenlijk is hij botanist – de taak een huis van de nieuwste snufjes te voorzien: een hypermodern sanitair systeem, elektriciteit in alle kamers en een ultramoderne keuken. Maar ook roltrappen, elektrische voedseltransportbanden, een apparaat om het zwembad leeg te maken en ga zo maar door. Het systeem houdt echter niet lang stand en de ogenschijnlijk superfunctionele huiselijke ruimte komt in opstand, met alle gevolgen van dien.

The Pawnshop werd gerestaureerd door Cineteca di Bologna en Lobster Films, op basis van een nitraatnegatief bewaard door Academy Film Archive en een nitraat-kopie uit de Library of Congress. Enkele fragmenten werden toegevoegd van een nitraat-kopie bewaard door CINEMATEK. The Electric House is een niet-gerestaureerde digitale scan van een kopie bewaard door CINEMATEK.

Heaven Can Wait (Ernst Lubitsch, 1943)

Heaven Can Wait

Ernst Lubitsch, USA, 1943, 112’, OV: ENG

Nadat hij jarenlang verbonden was geweest aan de Paramount studio, tekende regisseur Ernst Lubitsch in 1943 een contract met Twentieth Century-Fox, waar zijn eerste project een film was die naar eigen zeggen “had no message and made no point whatsoever”. Die wat zelfrelativerende uitspraak verhinderde niet dat Heaven Can Wait een succes werd aan de kassa en bovendien een handvol Oscarnominaties in de wacht sleepte, waaronder een voor Lubitsch als beste regisseur.

De cineast demonstreert dan ook ten volle zijn verfijnd gevoel voor komische timing en mise-en-scène in een in wezen episodische film die op schitterende wijze de theaterachtergrond van het bronmateriaal weet uit te wissen en om te vormen tot een staaltje sterke cinema. Er zijn mooie hoofdrollen voor Don Ameche als de amorele Henry die aan de deur van de hel van satan de kans krijgt zijn levenskeuzes te bepleiten, en van later ‘noir’ icoon Gene Tierney, die de onfortuinlijke echtgenote speelt die het zwaarst te lijden heeft onder de weinig scrupuleuze levenshouding van haar man.

Ritme, compositie en acteursregie gaan een typische Lubitsch-symbiose aan en leveren een heerlijk blijspel met bittere ondertonen op, dat vooral niet te verwarren is met de gelijknamige flauwe Warren Beatty-prent uit 1978.

Met dank aan Park Circus. Gerestaureerd door Academy Film Archive en 20th Century Fox in samenwerking met The Film Foundation.

The Moon Has Risen (Kinuyo Tanaka, 1955)

The Moon Has Risen

月は上りぬ (Tsuki wa noborinu)

Kinuyo Tanaka, Japan, 1955, 102’, OND: ENG

Kinuyo TanakaCINEMATEK wijdt van maart tot mei een retrospectieve aan Kunuyo Tanaka. verwierf faam als actrice in de films van Kenji Mizoguchi (The Life of Oharu, Ugetsu), maar ze werkte ook nauw samen met Ozu, Naruse en Kinoshita. Mizoguchi, nochtans de cineast van vrouwenfilms, baalde ervan dat zijn muze in het begin van de jaren 1950 zelf ging regisseren. Ozu bood wel steun en reikte het script aan voor haar tweede film, The Moon Has Risen. Het verbaast dan ook niet dat de film het leven schetst van een weduwnaar (Chishu Ryu) en zijn drie dochters, op zoek naar een geschikte huwelijkskandidaat. Setsuko, de jongste zus, is de bruisende kracht in het gezin. Ze ontpopt zich tot een schalkse koppelaarster die alles in het werk stelt om haar zus Ayako samen te brengen met een jeugdvriend, bij volle maan. Doorheen deze verhaallijn weeft Tanaka er twee andere – voor elke zus één – wat tot mooie parallellen tussen scènes leidt. Mie Kitahara vertolkt Setsuko met ondeugende flair. Een jaar later schitterde ze in Crazed Fruit en werd ze de poster girl van de Sun Tribe-films, waarin rebellerende jongeren centraal staan. The Moon Has Risen voelt die naoorlogse generatiekloof al aan en contrasteert de woonplaats van het gezin, het ‘saaie’ Nara, met metropool Tokyo.

Gerestaureerd door Imagica Entertainment Media Service, Inc. op basis van een masterkopie bewaard door Nikkatsu.

À bout de souffle (Jean-Luc Godard, 1960)

À bout de souffle

Jean-Luc Godard, Frankrijk, 1960, 89’, OND: ENG

Ergens halverwege Jean-Luc Godards À bout de souffle veranderde de filmgeschiedenis: terwijl op de geluidsband een ‘voice over’ weerklinkt, zien we op het scherm telkens — 9 keer in totaal — hetzelfde beeld terugkeren van een ‘driekwart shot’ van Jean Sebergs hoofd. Die ongemotiveerde ‘jumpcuts’ waren een revolutie en droegen film een nieuw tijdperk binnen, door historicus Mark Cousins treffend beschreven als “het moment waarop het shot een ding op zichzelf werd, gerelateerd aan ruimte kleur en tijd en onafhankelijk van en ondanks wat het afbeeldde”.

Gewapend met lichtere en meer mobiele camera’s en een liefde voor Amerikaanse genrecinema, was Godard anno 1959 een van de jonge wolven verbonden aan Les Cahiers du Cinéma, die aan de wieg stonden van de Franse ‘Nouvelle Vague’. Niet alleen Godard vestigde in één klap zijn (terechte) reputatie die ook meer dan zes decennia later nog stevig overeind staat, ook hoofdrolspeler Jean-Paul Belmondo zette hier zijn eerste stappen als icoon van de Franse cinema. Al die jaren na datum, staat À bout de souffle nog steeds overeind als een monument, een film die gedrenkt is in pure liefde voor het medium en die ondanks de speelse en lichtvoetige toon een onmogelijk te overschatten impact heeft gehad op de geschiedenis.

Gerestaureerd in 4K door StudioCanal en CNC – Centre national du cinéma et de l’image animée in de laboratoria van L’Immagine Ritrovata op basis van het originele negatief.

Accattone (Pier Paolo Pasolini, 1961)

Accattone

Pier Paolo Pasolini, Italië, 1961, 120’, OND: ENG

Vittorio (Franco Citti), bijgenaamd Accattone, is een onsuccesvolle pooier uit de achterbuurten van Rome. Het ontbreekt hem aan de nodige wilskracht en verbetenheid om het te maken. Anderzijds getuigt Accattone van een puurheid die aan de onschuld grenst. Zoals hij door zijn hele oeuvre heen zou doen, gebruikt Pier Paolo Pasolini niet-professionele acteurs (zoals nieuwkomer Citti) voor het vatten van die ongekunsteldheid. Hij schetst een medelevend portret van zijn personages zonder hen te idealiseren en hun harde kanten te verdoezelen. Die balans tussen somberheid en mededogen wordt uitmuntend verbeeld door het contrastrijke zwart-wit van de cinematografie van Tonino Delli Colli, die later ook Sergio Leone’s bekendste westerns zou fotograferen.

PasoliniCINEMATEK viert in maart de honderdste verjaardag van Pier Paolo Pasolini met een retrospectieve en een tentoonstelling’s regiedebuut is een film over de donkere malaise van het leven in het verblindende kader van een zonovergoten en als een gevangenis afgesloten wijk. Hij zei daar zelf het volgende over: “Ik keek naar buiten om te zien wat er gebeurde in de ziel van een kansarme man die in een buitenwijk van Rome woonde (en ik blijf erbij dat hij geen uitzondering is, maar veeleer typerend voor minstens de helft van Italië). In hem herkende ik alle oude kwalen (en alle oude, onschuldige goedheid van het zuivere leven).”

Gerestaureerd door Cineteca di Bologna en The Film Foundation in samenwerking met Compass Film, in de laboratoria van L’Immagine Ritrovata, met financiële steun van de Hobson/Lucas Family Foundation.

The Producers (Mel Brooks, 1968)

The Producers

Mel Brooks, USA, 1968, 88’, OV: ENG

De aan lagerwal geraakte theaterproducent Max Bialystock (Zero Mostel) is gedwongen rijke oude vrouwtjes te versieren om zijn stukken te financieren. Wanneer de timide accountant Leo Bloom (Gene Wilder) de boekhouding van Max bekijkt, vinden de twee een manier om een fortuin te verdienen door een musical te produceren die zo afschuwelijk en beledigend is dat hij alleen maar kan mislukken. De titel van het stuk dat hun goudmijn moet worden? Springtime for Hitler. Om zeker te zijn dat hun productie — die het verhaal vertelt van de liefde tussen Adolf Hitler en Eva Braun — flopt, verzamelen ze de slechtste cast denkbaar.

Mel Brooks won een Oscar voor zijn originele scenario. The Producers was tevens het regiedebuut van Brooks, die hier de toon zet voor zowel de acteerstijl als de kenmerkend overdadig geproduceerde musicalnummers gewijd aan gruwelijkheden die in veel van zijn latere werk terugkeren. Na een berucht controversiële première in 1968, waarna de studio bijna besliste The Producers niet uit te brengen, is de The Producers uitgegroeid van een cultklassieker tot een van de meest geprezen komedies ooit gemaakt. Met dank aan Peter Sellers, die een advertentie in Variety kocht om de film te promoten.

Gerestaureerd in 4K door Studio Canal in de laboratoria van Éclair Cinema op basis van het originele cameranegatief.

Putney Swope (Robert Downey Sr., 1969)

Putney Swope

Robert Downey Sr., USA, 1969, 84’, OV: ENG 

Putney Swope geldt als een van de vroegste satires die de draak steekt met de machtsstructuren van de bedrijfs- en reclamewereld in de Verenigde Staten. Een (te) lang bewaard geheim dat even stoutmoedig als cartoonesk is, werd het de meest succesvolle film van de vorig jaar overleden Robert Downey Sr. Meer dan – inderdaad – de vader van, was hij een belangrijk figuur uit de Amerikaanse undergroundcinema van de jaren 1960.

Downey baseerde zich op zijn eigen werkervaringen om op bijtende en levendige wijze te vertellen hoe Putney Swope als enige zwarte bestuurslid van een reclamebureau het bedrijf op zijn kop zet nadat hij er per ongeluk aan de macht komt. Het duurt niet lang voor wit Amerika de radicale underdog uitroept tot een bedreiging voor de nationale veiligheid…

Met Downey als lichtjes anarchistische auteur en nonsens als chirurgisch instrument voor non-conformisme opereert de film schijnbaar in het wilde weg. Wat bijvoorbeeld met een witte regisseur die zelf de stem inspreekt van zijn zwarte hoofdrolspeler? Op de operatietafel liggen raciale identiteit binnen de consumptiemaatschappij maar ook de kleuroverschrijdende aard van corruptie. Zijn tijd ver vooruit is Putney Swope rijp om over vijf decennia heen de sprong te maken van de Black Power-beweging naar #BlackLivesMatter.

Met dank aan All Channel en het American Genre Film Archive. Gerestaureerd door Academy Film Archive en The Film Foundation, met financiële steun van de Hobson/Lucas Family Foundation.

Geselecteerd in samenwerking met Cine Rio.

The Cow (Dariush Mehrjui, 1969)

The Cow

گاو (Gāv )

Dariush Mehrjui, Iran, 1969, 100’, OND: ENG

Als startshot van de Iraanse New Wave geldt dit melancholische meesterwerk van Dariush Mehrjui als de uier die een generatie filmmakers zou voeden. De Iraanse filmcultuur van de jaren 1950 was een dorre plek waarin machistische genrecinema, staatspropaganda en zedenkomedies het cinemalandschap druk bevolkten. Terwijl Mohammad Reza Shah het land met ijzeren vuist richting modernisering en verwestering duwde, bleven armoede, politieke vervolging en de vlucht uit het platteland problemen waar de staat welwillend de ogen voor sloot. Deze maatschappelijke onrust zou doorheen de jaren 1960 leiden tot politiek geïnspireerde ingrepen in de collectieve verbeelding, waarbij documentaires als The House is Black (1964) en Tehran is the Capital of Iran (1965) een alternatief Iran lieten zien.

Geen film transformeerde echter het Iraanse filmlandschap zo onherroepelijk als The Cow. Met dit portret van een tot krankzinnigheid gedreven koeieneigenaar probeerde Mehrjui te breken met de bourgeois-beeldcultuur die Iran beheerste door de aandacht te richten op de precaire levensomstandigheden van landbouwers en veetelers. Zijn ijzige cinematografie en cynisch gevoel voor humor schetsen een wereld van pre-apocalyptische leegte die als een baksteen in het spiegelpaleis van de Shah binnenkwam. Gecensureerd in Iran, maar gelauwerd in het buitenland, groeide The Cow echter al snel uit tot symbool van een esthetische revolutie.

Na het scannen van het originele negatief in 2K, werd een digitale restauratie uitgevoerd door Pishgamane Cinemaye Arya met financiering door het Nationaal Filmarchief van Iran. Een nieuw negatief werd geproduceerd en goedgekeurd door de regisseur van de film.

Women in Love (Ken Russell, 1969)

Women in Love

Ken Russell, UK, 1969, 131’, OV: ENG

Welke cineast is beter geschikt om het bitterzoete proza van D. H. Lawrence tot beelden te kneden dan de iconoclastische Ken Russell? Als enfant terrible van de Britse cinema van de jaren 1960 en ‘70, stond Russell bekend voor doordringende kunstdocumentaires en barokke vormexperimenten. Zijn genese als filmmaker met visie valt echter te plaatsen bij het enigmatische Women in Love, een adaptatie van Lawrence’ gelijknamige boek over twee koppels in interbellum Engeland. Met afstandelijke zorgzaamheid volgt hij leven, liefde en leed van een artistiek zussenpaar wanneer hun romantisch engagement met twee enigmatische mannen hun bestaan onherroepelijk verandert.

De conventies van het Britse heritage-genre met kwaad opzet tegen zichzelf kerende, gebruikt Russell de lotsbeschikkingen van zijn personages om de sociaal-culturele malaise van een van postoorlogs Engeland tot leven te brengen. Het verval in moraal van de tijdsgeest wordt kracht bijgezet door de seksestrijd tussen de jonge geliefden en hun worstelingen met vraagstukken over genderrollen, romantische codes en emotioneel engagement. Russels opereske regie en muzikale expertise zorgen ervoor dat pathos als een ijspriem toeslaat. De kostuums van Russells toenmalige partner Shirley Ann Kingdon geven een extra textuur aan de droomachtige mise-en-scène die zich nog lang in het onderbewuste nestelt.

Met dank aan Metro Goldwyn Mayer en Park Circus. Gerestaureerd in 4K door BFI op basis van het originele cameranegatief en magnetische geluidmasters.

Geselecteerd in samenwerking met Kinoautomat.

Le Cercle rouge (Jean-Pierre Melville, 1970)

Le Cercle rouge

Jean-Pierre Melville, Frankrijk/Italië, 1970, 140’, OND: ENG

Le Cercle rouge is een van de grote werken van Jean-Pierre Melville, de Franse meester van de ‘polar’ die met zijn onderkoelde en virtuoos geënsceneerde misdaad- en politiefilms, verschillende generaties filmmakers zou beïnvloeden.

Opgebouwd rond de minutieuze ontleding van een gedurfde overval in Parijs en de nasleep ervan, geeft Le Cercle rouge niet alleen de gelegenheid aan een rist grote namen uit de Franse acteercanon (Yves Montand, Bourvil en Gian Maria Volonté) om een paar van de beste vertolkingen uit hun carrière neer te zetten, maar vooral aan regisseur Melville om zijn verbluffende virtuositeit te etaleren inzake het ensceneren van uiterst complexe suspense en actie. De lange scène waarin we na eindeloos plannen de eigenlijke kraak op de Place Vendôme te zien krijgen, is een absolute les in dosering en compositie en een van de grote momenten uit de Franse cinema van de jaren 1970.

Melville inspireerde regisseurs als John Woo, John Frankenheimer en Michael Mann, maar raakte zelf helaas ietwat in de vergetelheid.

Gerestaureerd in 4K door StudioCanal en CNC – Centre national du cinéma et de l’image animée in het Hiventy laboratorium, op basis van het originele negatief.

Eaten Alive (Tobe Hooper, 1977)

Eaten Alive

Tobe Hooper, USA, 1977, 91’, OV: ENG

Na het succes van The Texas Chain Saw Massacre verkende Tobe Hooper onontgonnen cultterrein met dit grimmig ‘Southern Gothic’-sprookje over een maniakale hoteluitbater die zijn gasten voedt aan een reuzekrokodil. Eaten Alive (alias Death Trap) is dan ook gebaseerd op een Texaanse seriemoordenaar genaamd Alligator Man. In de film werd dat een ontspoorde oorlogsveteraan, gestalte gegeven door Neville Brand, karakterkop uit film noir en westerns – en zelf een ex-soldaat.

Bizarre en ongure figuren bevolken verder het hermetisch afgesloten wereldje. Een groter budget liet Hooper namelijk toe zijn nieuwe nachtmerrie volledig te draaien in een geluidsdichte studio. Ver weg van de echte locaties uit zijn low budget-doorbraak verruilde de invloedrijke horrorregisseur de kettingzaag voor een zeis en de quasi-documentaire stijl voor theatraal surrealisme.

Waar voorheen het geweld voornamelijk buiten beeld bleef, ontaardt het hier in bloederige grand guignol. Het groezelige hotel in de moerassen van de bayou gaat gehuld in mist en baadt in een dieprode gloed. Het is de expressionistische kracht en onirische toon waarmee Hooper weet te verrassen. Eaten Alive is een ondergewaardeerd atmosferisch proefstuk en een perverse helletocht doorheen de krochten van een van Amerika’s donkerste geesten.

Gerestaureerd door Arrow Films en the American Genre Film Archive op basis van het originele cameranegatief.

Geselecteerd in samenwerking met Kuru.

Radio On (Christopher Petit, 1979)

Radio On

Christopher Petit, UK/Bondsrepubliek Duitsland, 1979, 104’, OV: ENG

In dit regiedebuut van voormalig Time Out-filmcriticus Chris Petit rijdt een man met zijn Rover 105S van Londen naar Bristol om de zelfmoord van zijn broer te onderzoeken. Deze Britse roadmovie, een “contradictio in terminis” aldus de regisseur, werd “een film zonder cinema” genoemd omdat hij (bewust) geen nationale modes volgde, geen school maakte en zelden te zien was tussen release en recente heruitgave. Coproducent Wim Wenders bracht zijn vrouw mee, actrice Lisa Kreuzer uit diens roadmovie-trilogie, en zijn camera-assistent voor de contrastrijke zwart-witfotografie. Radio On zit op de golflengte van het soort vage mysteries van Michelangelo Antonioni of Monte Hellmans zwijgzame en existentiële Two-Lane Blacktop (1971). Onbewogen doorkruist tv-acteur David Beames een Ballardiaans landschap van snelwegen, viaducten, torenflats en zeldzame Engelse modernistische architectuur. “Ik ben niet geïnteresseerd in plot of personages, wel in beweging, gebouwen en het weer,” stelde Petit. Deze lowbudgetfilm is een snapshot van een ‘ieder-voor-zich’ post-punk, pre-Thatcher Groot-Brittannië dat (emotionele) betekenis vindt in het luisteren naar muziek: Bowie, Kraftwerk, Devo, Ian Dury, Robert Fripp, Wreckless Eric, … en Sting als gaspompbediende.

Gerestaureerd door BFI en Silver Salt Restoration op basis van 4K-scans van het originele Ilford zwart-wit 35mm-negatief en 35mm kopieën bewaard in het BFI National Archive.

Geselecteerd in samenwerking met Art Cinema OFFoff.

Queen of Diamonds (Nina Menkes, 1991)

Queen of Diamonds 

Nina Menkes, USA, 1991, 87’, OV: ENG

Queen of Diamonds volgt het vervreemde leven van blackjack dealer Firdaus (Tinka Menkes) in het landschap van Las Vegas, tussen de glinsterende lichten van de casino’s en het verval van de woestijnoase. Met onder meer een vermiste echtgenoot en huiselijk geweld bij de buren, ontvouwt Firdaus’ wereld zich als een gefragmenteerde maar hypnotische wisselwerking tussen herhaling en onderdrukte woede. Queen of Diamonds is een groots en veeleisend meesterwerk van de Amerikaanse independent cinema, gedraaid met een prachtige compositorische standvastigheid die herinneringen oproept aan Chantal Akermans Jeanne Dielman. Nina Menkes wordt gezien als een van de meest uitdagende en subversieve hedendaagse filmmakers en de restoratie en re-release van Queen of Diamonds markeert hopelijk de start van een nieuwe kritische erkenning van haar baanbrekende werk.

Gerestaureerd door Academy Film Archive en The Film Foundation, met financiële steun van de George Lucas Family Foundation.

Geselecteerd in samenwerking met Courtisane Filmfestival.

Praktisch

Tickets

KASKcinema

Losse tickets kan je reserveren via www.kaskcinema.be.

Festivalpas voor toegang tot alle films in KASKcinema (te bemachtigen via deze link):

  • €40
  • €25 (reductie)

Het jaarabonnement van KASKcinema verleent u geen toegang tot Classics Restored Festival, maar geeft u wel recht op het reductietarief.

De Cinema

Losse tickets kan je kopen via www.decinema.be.

kunstencentrum BUDA

Losse tickets kan je kopen via www.budakortrijk.be / 056/22.10.01.

Cinema RITCS

Tickets voor The Moon Has Risen op 8 maart kan je reserveren via tickets.ritcs.be.
Tickets voor Queen of Diamonds op 9 maart kan je ook reserveren via tickets.ritcs .be.

Locaties

KASKcinema — Godshuizenlaan 4, Gent
kunstencentrum BUDA — Kapucijnenstraat 10, Kortrijk
De Cinema — Maarschalk Gérardstraat 4, Antwerpen

Geraak je niet in Gent, Antwerpen of Kortrijk? Geen nood! Cinema RITCS (Brussel) vertoont twee films uit het festivalprogramma:

  • Dinsdag 8 maart  — 19u30 The Moon Has Risen  (Kinuyo Tanaka, 1955) 102′
  • Woensdag 9 maart  — 19u30 Queen of Diamonds (Nina Menkes, 1991) 87′
    i.s.m. Courtisane
Een initiatief van Cinea, KASKcinema, Kunstencentrum BUDA en De Cinema; met dank aan CINEMATEK, Cineteca di Bologna, Il Cinema Ritrovato, American Genre Film Archive, Tamasa, Park Circus, Nikkatsu, Compass Films, Cineteca di Bologna, BFI, Farabi Cinema Foundation, Arbelos, MPI; en met de steun van VAF en Stad Gent.
Bedankt aan de spelers van de Nationale Loterij: dankzij hen steunt de Nationale Loterij dit festival.